Vogelreis naar Eilat van 21 tot en met 28 maart 2013.
Eilat:
Eilat ligt op een van de belangrijkste trekroutes van vogels. Ieder voor- en najaar trekken er een half miljard vogels over. Vooral de roofvogeltrek en de trek van ooievaars is spectaculair, met tienduizenden exemplaren per dag.
Eilat zelf is een toeristenstad met een kermisachtige uitstraling. Het is op de eerste plaats een plek voor zonaanbidders. De stad en de directe omgeving maken een slordige en drukke indruk, wat voor de vogels van geen enkel belang is.
Voor vogelaars staan er heel wat biotopen ter beschikking: het strand aan de Rode Zee (North Beach), binnenwateren, zoals het kanaaltje, en zoutpannen en bezinkingsplassen, dadelpalmplantages, velden bij de kibboets, droge vlakten met wat lage begroeiing, echte woestijn en de bergen als uitkijkpunt voor roofvogels.
Het voorjaar van 2012 was een topjaar met enorm veel zangers, die in Eilat neerstreken. In het kleine Ofirapark zaten toen wel een 50 bruinkeelortolanen. Dit jaar geen enkele. Een gids schatte het aantal in 2013 op nog geen tiende van dat van 2012.
21 maart
Door een later dan aangekondigd vertrek en door een ingelaste tussenlanding in Antalya kwamen we laat een en kwam van vogels spotten niets terecht.
22 maart
Om zes uur een eerste bezoek aan het Central Park naast ons hotel Rimonim: draaihals, vale spotvogel, palmtortel, arabische buulbuul, bruinnekraaf, hop, huiskraai, spaanse mussen, maskerklauwier.
Na het ontbijt naar North Beach: dunbekmeeuw, grote stern, lachstern, reuzenstern, westelijke rifreiger.
Vervolgens naar het noorden, langs het kanaal: bontbekplevier, bonte ijsvogel, citroenkwikstaart, gestreepte prinia, roodstuitzwaluw, sporenkievit, steppebuizerd, waterpieper.
Het kanaal loopt tot het Vogelcentrum, een gebied met bomen en struiken rond een vijver, naast de zoutpannen: flamingo. De gemelde zwarte waaierstaart werd ondanks intensief zoeken niet gevonden.
- Huiskraai (Corvus splendens)
Om 14.30 uur kwamen we bij de grote bezinkingsplassen, bij Km 19 en 20 langs weg 90: balkankwikstaart, maskerduif, ralreiger.
Via het kanaal terug naar North Beach, terwijl een zandstorm de lucht vernevelde.
23 maart
Om zes uur een bezoek gebracht aan de Central Park. Het leverde dezelfde soorten als gisteren op. Na het ontbijt vertrokken we naar de grote bezinkingsplassen van Km 20, waar we met de auto over de dijken reden. Bij Km 19 ligt een enkele rechthoekige plas van 250 bij 80 meter, terwijl bij Km 20 er 5 of 6 liggen. Op en langs de plassen: aziatische roodborsttapuit, dwergarend, grauwe franjepoot, grutto, izabeltapuit, kraanvogel, poelruiter, roodkeelpieper, roodkopklauwier, strandplevier, visarend.
Een tijd het struweel naast de uitkijktoren afgestruind: rüppells grasmus, ménétries zwartkop.
Via een hobbelig pad naar een kanaalachtige sloot gereden tussen de plassen van Km 20 en Km 19, waarvan de wal dichtbegroeid was: klein waterhoen, rietzanger, kleine karekiet, blauwborst.
Plas bij Km 19: groenpootruiter, ralreiger, roodstuitzwaluw.
Na nog een rondje langs de plassen van Km 20 bezochten we North Beach: bonte ijsvogel, witoogmeeuw.
24 maart
Op advies van de gids van de Nederlandse Vogelreisorganisatie Birding Breaks, Kees de Vries, gingen we naar het gebied bij Km 76: een vlakte met wat lage begroeiing en een enkel boompje, afgewisseld met kale zandstroken. Hier vlogen wel insecten en sprongen grote sprinkhanen rond. Op weg er naar toe stopten we eerst bij een soortelijk gebied bij Km 33.Voorheen was dit een goed gebied voor woestijnsoorten, nu zagen we er alleen een rüppels grasmus.
Het rondstruinen over de hete vlakte van Km 76 leverde de volgende soorten op: bonte tapuit, bruinkeelortolaan, ortolaan, kleine torenvalk, kortteenleeuwerik, oostelijke blonde tapuit, rosse waaierstaart, zwarte wouw, duinpieper.
Op de terugweg reden we de velden van de kibboets Yotvata door. De velden bestaan uit dadel-plantages, Circle Fields, fruitplantages, bloemenvelden, ruige struikgebieden en de bekende (bezinkingsplasjes): arabische babbelaar, arendsbuizerd, italiaanse gele kwikstaart, kleine groene bijeneter, koereiger.
Verder ons bijna dagelijks bezoek aan Km 20: bijeneter, bontbekplevier, bruine kiekendief.
25 maart
Om vier uur vertrokken we naar het 270 km verder gelegen Nizzara aan de Egyptische grens. De route liep door de Negevwoestijn en leverde prachtige panorama’s op. Bij een stop voor het stadje Mizpe Ramon hoorden en zagen we op de rots een witkruintapuit. Ook twee vrouwelijke Nubische steenbokken hier.
Verder onderweg duizenden ooievaars. Ten zuiden van Nizzara ontdekten we bij de huizen zonder daken twee woestijnsteenuilen. Iets verderop liggen grote vlakten met twee vogelsoorten waarvoor iedereen naar dit gebied gaat. We zagen ze beide: vijf renvogels en de oostelijke kraagtrap, die een prachtige baltshow weggaf.
Op de terugweg bekeken we het Ben Gurion Monument. Het bestaat uit een park rond een soort mausoleum: palestijnse honingzuiger, zwartstaart.
Helaas was wegens de Paasfeesten de ravijn (met de Havikarend) gesloten.
Onderweg nog de aziatische steenpatrijs, voordat we Yotvata doorkruisten: lepelaar, zwarte ooievaar
26 maart
Eerst naar Holland Park, gelegen aan de noordelijke rand van Eilat: arabische woestijnpatrijs.
Het iets verder gelegen kerkhof leverde alleen een draaihals en tristrams spreeuw op.
Vandaag was het de warmste dag met 33 graden. In een van de bomen van de wadi Nahal Shahmon was een gestreepte dwergooruil gemeld. Langdurig speurwerk leverde helaas niets op. Deze uil is een trekvogel en zal wel al verder gevlogen zijn. Wel zagen we een grootse roofvogeltrek over onze hoofden: steppearend, aasgier, steppebuizerd, arendbuizerd.
De hete woestijn inrijdend kwamen we terecht bij het Birding Centrum: Baltische mantelmeeuw.
Verder een laatste bezoek aan Km 20: bonte strandloper, kluut, vorkstaartplevier.
Voor het invallen van de duisternis namen we bij de plas van Km 19 de positie in om de lichtensteins zandhoenen te kunnen waarnemen, die om deze tijd hier al jaren komen drinken. Inderdaad vielen vijf exemplaren vlak bij het water in. Schuw als ze waren duurde het nog een poos voor ze gingen drinken. Van te voren vlogen er heel wat ralreigers en kwakken op en neer.
27 maart
Een tweede bezoek aan Km 75 leverde geen nieuwe soorten meer op. Op de terugweg reden we nog eens door de velden van Yotvata. Bij de bezingkingsputten ontdekten we o.a. een vale rotszwaluw en tot ons groot geluk vonden we na enig zoeken – na een tip van een Finse vogelaar – een turkestaanse klauwier, die heel wat bekijks trok.
De rit naar de prachtige Amram Pillars leverde een vrouwtje monnikstapuit en een zwartstaart op.
Een laatste bezoek aan North Beach bezorgde ons nog een nieuwe soort: een klein groepje reuzenzwartkopmeeuwen vloog landinwaarts.
28 maart 2013
Vroeg in de morgen leverde het zoeken naar de cyprustapuit en de brilgrasmus geen resultaat op.
Wel deze fraaie masker klauwier was ter plaatse.
We waren tevreden, maar misten toch wel wat woestijnsoorten op onze lijst.
Die lijst kwam voor mij op een slordige 138 soorten,waarvan een enkele nog nader moet worden beoordeeld.
Rond half negen die ochtend de auto terug gebracht, wat geen verdere problemen opleverde.
Hij had immers wat te voorduren gehad, door het ruige terrein en gebergte.
Rond elven kwam de bus voor de terug reis naar Ovda, het militaire vliegveld iets noordelijk van eilat.
Waar we rond drie uur het luchtruim kozen naar een koud Nederland, het is 30c verschil met Eilat .
Brrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr.